de Troostprijs groep 3/4

Brillen van Parsons

Michael Parsons reikt ons vijf brillen aan waardoor je kan kijken naar kunst. De opeenvolging van deze zienswijze gaat samen met de cognitieve ontwikkeling. Om een volgende bril te kunnen opzetten, heb je de voorgaande nodig.

Bril 1: Associatief

In dit stadium zie je vooral dat wat een associatie oproept, iets dat je uit je dagelijkse leven of omgeving herkent of iets dat je je herinnert. Je kunt hierbij goed de vraag ‘vertel maar wat je ziet’ stellen. Het is hierbij niet belangrijk wat een object voorstelt, maar je let meer op gevoelens, ervaringen en herinneringen. Wat een beeld voorstelt, herken je wel, maar dat vind je in dit stadium niet belangrijk. In dit stadium heb je nog geen interesse in de mening van anderen.

Bril 2: Realistisch
In dit stadium moet het beeld iets voorstellen. Je wilt er iets in zien. Later in dit stadium ga je het ook belangrijk vinden hoe iets is weergegeven. Er is ook nauwelijks aandacht voor de mening van de ander, dat een ander een afwijkende mening heeft kan je moeilijk geloven.

Bril 3: Expressief
In dit stadium moet het beeld emoties bij je opwekken. Het beeld heeft een betekenis en daar wil je achter kunnen komen. Ieder kijkt vanuit zijn eigen perspectief.

Bril 4: Formeel
In dit stadium besef je dat een beeld een sociale functie heeft. Er valt te discussiëren over de kwaliteit van het beeld, de materialen en de manier waarop het gemaakt is. In dit stadium vind je het zinvol om uit te wisselen waarom je een beeld waardeert en welke mening je erover hebt.

Bril 5: Interpretatief
Als je door de vijfde bril kunt kijken, weet je dat je een waardeoordeel kunt stellen op basis van je eigen smaak en inzicht. Je gaat steeds kritischer naar je eigen oordeel kijken en reflecteert hierop. Je toetst je mening geregeld aan die van anderen.