Bewegingsopdracht C: Een dansfrase maken
Maak groepjes van 3 à 4 leerlingen.
Vertel de leerlingen dat ze samen 1 sport kiezen en dat zij hier 3 verschillende bewegingen bij mogen bedenken. Laat de leerlingen deze 3 bewegingen samen goed oefenen en in een volgorde zetten. De bewegingen worden traag uitgevoerd en stimuleer de leerlingen hoog en laag af te wisselen. Zo ontstaat er een dansfrase.
Laat de leerlingen de dansfrase op muziek oefenen.
De dansfrase wordt veranderd door een reactie toe te voegen: 1 of 2 leerlingen blijven hetzelfde doen, terwijl de andere leerlingen reageren op de bestaande dansfrase. Zo wordt er als het ware een gebeurtenis toegevoegd.
Laat de leerlingen de nieuwe dansfrase goed oefenen en daarna aan elkaar presenteren. Kunnen de anderen bedenken wat er gebeurt of waar het zich afspeelt?
Muziektip: