Mankind groep 5-8

Samen napraten

Na de voorstelling houd je met de leerlingen een nagesprek. Daarbij kunnen de volgende vragen worden gesteld:

Wat gebeurde er?
Waaraan zag je dat?

Welke beweging heb je gezien?
Waar deed deze beweging je aan denken?

Hoe werd er samen gedanst / samen gewerkt op het podium?

Wat heb je gehoord?
Welke instrumenten werden gebruikt?
Wat voor sfeer bracht deze muziek tijdens de voorstelling?

Wie stonden er allemaal op het podium?
Welke rol hadden ze?
Hoe gingen ze met elkaar om?
Herken je dat?
Gebeurt dit overal zo?
Ook aan de andere kant van de wereld?

Hoe gaan dieren met elkaar om?
Wat zijn de verschillen en/of overeenkomsten?

Welke emoties heb je bij de personages kunnen ontdekken?

Hoe werden de boeken gebruikt tijdens de voorstelling?
Waaraan deed je dat denken?
Wat voor boeken waren het?

Heb je situaties herkend uit de voorstelling?
Kun je een situatie beschrijven?

De Brillen van Parsons

Michael Parsons reikt ons vijf brillen aan waardoor je kunt kijken naar kunst. De opeenvolging van deze zienswijze gaat samen met de cognitieve ontwikkeling. Om een volgende bril te kunnen opzetten, heb je de voorgaande nodig.
De Stilte gebruikt dit bij het formuleren van vragen tijdens een reflectiegesprek n.a.v. waarneming van een voorstelling of tijdens onze dansworkshops.
Voor de groepen 1 en 2 zijn de Associatieve en de Realistische Bril van toepassing. (zie de verantwoording voor de complete beschrijving van de Brillen van Parsons)

Bril 1: Associatief
In dit stadium zie je vooral dat wat een associatie oproept, iets dat je uit je dagelijkse leven of omgeving herkent of iets dat je je herinnert. Je kunt hierbij goed de vraag ‘vertel maar wat je ziet’ stellen. Het is hierbij niet belangrijk wat een object voorstelt, maar je let meer op gevoelens, ervaringen en herinneringen. Wat een beeld voorstelt, herken je wel, maar dat vind je in dit stadium niet belangrijk. In dit stadium heb je nog geen interesse in de mening van anderen.

Bril 2: Realistisch
In dit stadium moet het beeld iets voorstellen. Je wilt er iets in zien. Later in dit stadium ga je het ook belangrijk vinden hoe iets is weergegeven. Er is ook nauwelijks aandacht voor de mening van de ander, dat een ander een afwijkende mening heeft kan je moeilijk geloven.

Bril 3: Expressief
In dit stadium moet het beeld emoties bij je opwekken. Het beeld heeft een betekenis en daar wil je achter kunnen komen. Ieder kijkt vanuit zijn eigen perspectief.

Bril 4: Formeel
In dit stadium besef je dat een beeld een sociale functie heeft. Er valt te discussiëren over de kwaliteit van het beeld, de materialen en de manier waarop het gemaakt is. In dit stadium vind je het zinvol om uit te wisselen waarom je een beeld waardeert en welke mening je erover hebt.

Kijk bij Verantwoording voor een compleet overzicht van de Brillen van Parsons.