In de voorstelling raken de dansers elkaar ook aan en houden elkaar vast.
Verdeel de leerlingen in werkbare tweetallen. Samen gaan zij één fantasiedier maken; de leerlingen gaan elkaar op hun eigen manier vasthouden en/of aanraken.
De fantasiedieren kunnen hoog zijn, breed worden, een grote snavel hebben, op verschillende poten voortbewegen, hun vleugels kunnen over elkaar heen liggen enzovoort.
Stimuleer de leerlingen om verschillende vormen uit te proberen en samen te verplaatsen.
Laat de leerlingen naar elkaar kijken en benoemen wat voor fantasiedieren zij hebben gezien bij elkaar en waaraan zij dat zagen.
Muziektip:
Tip: Zorg ervoor, dat alle leerlingen zowel gedanst hebben als gekeken.