Vliegende Koe groep 3/4

in de klas: windorkest

Je kunt met de leerlingen praten over de rol van de wind in de voorstelling. Aan welk seizoen kunnen de leerlingen denken? Kunnen ze uitleggen waarom?

Bekijk samen met de leerlingen enkele mogelijkheden, waarop zij zelf windgeluiden kunnen maken. Gedacht kan worden aan muziekinstrumentjes, pittenzakken, kranten enzovoorts. Met je eigen lichaam kan je ook geluid maken (stemgeluid, klappen, stampen tikken enzovoorts).

Wijs vervolgens een winddirigent aan. De winddirigent bepaalt wanneer er een zacht windje waait of wanneer het stormt. Hij of zij bepaalt ook wanneer het windstil is (alle kinderen stoppen met geluid maken) en wanneer de wind weer aanwakkert tot een flinke wervelwind.

Uit het windorkest kunnen enkele leerlingen aangewezen worden, die de rol van danser op zich nemen. Kunnen zij in beweging reageren op de muziek die ze horen? Hoe zou je een wervelwind kunnen laten zien?