Bewegingsopdracht A:
Voor deze opdracht heb je een draad of bolletje wol nodig.
Laat de draad zien aan de leerlingen en bespreek met hen hoe deze kan bewegen: golven, kronkelen, slingeren, draaien, schuiven enz.
Alle leerlingen verspreiden zich in het speellokaal. De leerkracht laat de draad bewegen en de leerlingen volgen de bewegingen van de draad zo precies mogelijk met hun lichaam. Speel met lange draden, korte draden, opgerolde draden, draden die in de knoop zijn enz.
Muziektip: René Aubry - Aquarelle