Bewegingsopdracht A
Laat de leerlingen in een kring zitten en vraag één leerling om te helpen. Deze leerling wordt een marionet en aan deze marionet zitten denkbeeldige draadjes.
De leerkracht tikt met de hand de hand aan van de marionet en maakt een denkbeeldige draad aan deze hand. Deze doorzichtige draad is bijvoorbeeld 20 centimeter lang en beweegt de hand van de marionet alle kanten op. Herhaal deze opdracht ook met andere lichaamsdelen zoals een knie, schouder, hoofd.
Let op: houd het tempo laag, zodat de leerling, die de marionet is, goed kan volgen.
Maak nu werkbare tweetallen: één leerling is de marionet en de ander is de bestuurder, die de doorzichtige draden gaat maken en de marionet laat dansen.
Wissel de rollen om. De leerlingen kunnen deze opdracht ook verplaatsend doen.
Muziektip: Giles Farnaby - The Old Spagnoleta