Bewegingsopdracht B:
Verdeel de groep in werkbare tweetallen. Vraag aan de leerlingen om samen een vorm te maken waarbij ze de handen tegen elkaar aan plakken. Herhaal deze opdracht met andere lichaamsdelen. Dit mogen ook twee verschillende lichaamsdelen zijn. Stimuleer de leerlingen om de opdracht in stilte uit te voeren, zodat ze goed naar elkaar moeten kijken.
Als de muziek start, maken de tweetallen een eigen vorm. Hoe kan deze vorm bewegen zonder te veranderen? Kan de vorm verplaatsen, draaien, wiegen, schuiven, golven?
Herhaal deze opdracht een aantal keer. Laat de kinderen eindigen in hun mooiste vorm. Wijs een aantal vormen aan. Waar lijkt de vorm op? Waaraan zie je dat?
Muziektip: