Voor deze opdrachten heb je boomwhackers nodig. Als je deze niet hebt, kun je ook met iets anders het geluid maken op tafel of een handinstrumentje gebruiken.
Bewegingsopdracht A:
De leerlingen zitten op hun stoel in de kring. Laat aan de leerlingen de boomwhacker zien en vraag wat de danser en muzikant in de voorstelling met de boomwhackers deden.
Vertel de leerlingen te luisteren naar het geluid van de boomwhacker. De leerkracht tikt met de boomwhacker op de tafel in een rustig ritme.
Vraag de leerlingen om te bewegen op dit ritme (dit kan zittend of staand). Iedere keer als je een tik hoort, beweeg je een stukje van het lijf.
Begin rustig en speel met langzamere en snellere tempo’s.
Stimuleer de afwisseling van verschillende lichaamsdelen.