HiHaHuttenbouwers

Als de wind waait, als het regent, of sneeuwt.

Op dezelfde wijze kan er ook geƫxperimenteerd worden met het bedenken van bewegingen die horen bij de andere weersomstandigheden. Denk aan mogelijkheden als:
Regen: stampen in de plassen, springen over de plassen heen, spetteren en spatteren, regendruppels vangen.
Sneeuw: rollen, glijden, sporen in de sneeuw maken.
Wind: dansen als een blaadje in de wind. Rustige bewegingen bij een licht briesje of snelle bewegingen bij een harde wind.
Of een rukwind die de blaadjes alle kanten opblaast.