De groepsbegeleider kiest enkele kinderen uit. Van die kinderen gaat de groepsbegeleider een hut maken. Dat kan door de kinderen aan elkaar te bevestigen met een hand of een voet of een ander lichaamsdeel.
Op deze wijze kunnen er meerdere maar ook verschillende “hutten” gebouwd worden. De kinderen die overblijven mogen op een muziekje tussen de “hutten” doordansen en als de muziek stopt dan gaan ze in een zelf uitgekozen “hutje” liggen slapen. Als de muziek weer klinkt worden de kinderen wakker, komen ze uit het “hutje” en dansen verder…
Na enkele keren kan er ook van rol gewisseld worden.