Deze opdracht kan in de klas gedaan worden – Nodig: Een laptop of tablet per groepje
We gebruiken gezamenlijk een aantal gebaren die we allemaal kennen, zoals ssst, stop, zwaaien etc. Maar gebarentaal voor mensen die niet horen, is een taal die we niet allemaal kennen. In de voorstelling werd deze wel gebruikt. Heeft iemand dat opgemerkt? Wist iemand wat er gezegd werd? Er zijn gebaren voor hele woorden, maar er is ook een letter alfabet. Zo kan je bijvoorbeeld je naam spellen en vertellen.
Bewegingsopdracht A: Wat vertel je me nou?
Maak op het bord samen een lijstje van ongeveer 10 tot 12 woorden die met de voorstelling te maken hebben.
Schrijf deze daarna ieder op een los papiertje, vouw ze dicht en stop ze in een bakje.
Maak groepjes van 3 of 4 leerlingen en laat ieder groepje een woord trekken.
Het groepje gaat nadenken welk gebaar zij vinden passen bij het woord. Daarna gaan ze opzoeken wat het volgens https://ow.gebarencentrum.nl/is. Leek het toevallig op elkaar? Oefen samen het opgezochte gebaar dat bij je woord hoort.
Als iedereen dit gevonden heeft, presenteren de groepjes het gebaar voor de klas. Kunnen de anderen raden welk woord ieder groepje had? De lijst op het bord kan helpen.