Voor deze opdracht heb je één boek per leerling nodig. Bespreek van te voren hoe je met deze boeken om gaat. Als bowlingballen schuiven of laten vallen, zoals in de voorstelling is namelijk niet verstandig met boeken van school.
Tijdens de voorstelling bestaat het decor vooral uit boeken. Ze werden op allerlei manieren gebruikt. De dansers gaven de boeken op een speciale manier door. Wanneer was dat? Op welke manieren ging dat?
Bewegingsopdracht A: Boeken
Alle leerlingen staan verspreid in de speelzaal. Ieder houdt 1 boek vast en met dit boek beweeg je door de zaal heen. Je kan het vasthouden met je handen, maar hoe kan je nog meer bewegen met het boek? Lukt het tussen je knieën, voeten of onder je kin?
Als de muziek stopt, maak je een standbeeld met het boek ergens tussen geklemd of op je lijf gedragen.
Als de muziek weer aangaat, vervolg je je onderzoek. Onthoud de beste ideeën om later te gebruiken.