Tegenwind

Kijken naar woordloze voorstellingen

Wat leuk dat jullie gaan kijken naar onze dansvoorstelling Tegenwind.

Je neemt de kinderen mee naar een voorstelling zonder woorden. Een voorstelling zonder taal kan ons onzeker maken: Snap ik het wel? Wat bedoelen ze nou? Waarom zeggen ze niks?

Die vragen, die onzekerheid, kan het genieten van een voorstelling in de weg zitten. Vandaar dat kinderen vooraf al mogen horen dat ze hun eigen verhaal kunnen maken van wat ze zien. Daarnaast kun je de kinderen voorbereiden op het zien van een non-verbale voorstelling door vooraf met hen het gesprek aan te gaan over lichaamstaal. Dat kun je doen door voorbeelden te geven van lichaamstaal die we vaak gebruiken (stilte-teken, stop-teken etc.), maar juist ook van een beweging die verschillende interpretaties kan hebben. Mooi om de verschillende reacties te benoemen en aan te geven dat ze er allen mogen zijn.

Kinderen kunnen extra nagenieten van de voorstelling als ze met hun eigen leerkracht de opdrachten doen. We hopen dat je de ideeën uit de lesbrief met hen gaat uitproberen!

Bekijk van te voren welke onderdelen er hier te vinden zijn, zodat je de kinderen zo goed mogelijk kunt begeleiden, zowel voor, tijdens als na de voorstelling. Veel plezier alvast!

Kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie en Bewegingsonderwijs

Kerndoel 54
De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

Kerndoel 55
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

Kerndoel 58
De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel nemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.

Culturele Competenties

Onderzoekend vermogen
De leerling kan vanuit een vraag zichzelf en zijn omgeving leren kennen. De leerling gebruikt actief zijn zintuigen om een object, onderwerp of gebeurtenis te verkennen. De leerling experimenteert met verschillende materialen, technieken en begrippen. De leerling verkent ideeën van zichzelf en anderen.

Creërend vermogen
De leerling kan op eigen wijze vormgeven aan zijn ervaring, waarneming, verbeelding en kennis. De leerling kan zich een voorstelling maken van een gebeurtenis, ervaring of idee en deze uiten. De leerling past bewust vaardigheden toe binnen eigen werk. De leerling bedenkt en maakt concepten. De leerling bedenkt en realiseert alternatieve oplossingen.

Reflecterend vermogen
De leerling kan terugkijken op eigen ervaringen, deze interpreteren en er betekenis aan geven. De leerling verwoordt eigen ervaringen en gevoelens in relatie tot de context. De leerling benoemt wat ideeën en werk van anderen voor hem betekenen.