Oor/Sprong groep 5/8

over de voorstelling

We mogen anders zijn, we mogen verschillend zijn. En omdat we verschillend zijn, is het leven niet saai en voorspelbaar. Verschillende zangers, verschillende dansers en een harpist laten horen en zien dat we juist door de verschillen iets moois op kunnen bouwen. Dat we anders zijn, betekent niet dat we niet bij elkaar horen.

 In de woorden van Cappella Pratensis en de Stilte klinkt dat zo:

Wie de zang van Cappella Pratensis wil karakteriseren, komt snel met het woord polyfonie. Verschillende stemmen die samen een geheel vormen. En deze oorspronkelijke muziekstijl draagt direct het kenmerk in zich dat onze wereld tekent: een veelheid aan stemmen die een eenheid vormt. Dat die eenheid niet gemakkelijk tot stand komt en vraagt om aardig wat inspanning is bekend. Door de eeuwen heen is het anders zijn dan anderen voor velen onacceptabel. Toch is juist het erkennen van dit onderscheid een voorwaarde om in vrede met elkaar te leven.

In Oor/sprong geven twee liederen van Pierre de la Rue en een lied van Dufay kleur aan deze wijze van samenzang. In het verschil treffen de zangers elkaar. In de dans van de Stilte wordt die voorwaarde vertaald in het begroeten en het ontmoeten van elkaar. Juist de verschillen maken de wereld om ons heen veelkleurig en divers. Hoe komen we samen, hoe behouden we onze identiteit? Hoe brengen we letterlijk en figuurlijk de losse onderdelen in harmonie met elkaar? Angst voor het nieuwe, angst voor het verliezen van de eigen identiteit zet de tijd en de ontwikkeling stil. In gebouwen met een geschiedenis springen Cappella Pratensis, de Stilte en harpist Remy van Kesteren van het verleden naar het heden met het oog op een toekomst die ruimte laat voor de ontmoeting. Voor wie de vrijheid omarmt, is de ander een partner en geen vreemdeling.