Maak werkbare tweetallen met nummer 1 en nummer 2.
Nummer 1 gaat op een plek in de zaal staan en nummer 2 gaat op een andere plek in de zaal staan. Zowel nummer 1 als nummer 2 lopen een eigen route van bijvoorbeeld 8 tellen door de zaal. Op tel 8 komen ze samen uit op een andere plek in de zaal dan waar ze waren begonnen.
Nummer 1 begroet nummer 2 door een hand te geven. Nummer 1 pak de hand vast van nummer 2 en leidt de groetbeweging. Nummer 2 volgt. De handen zijn vast. Dit kan op verschillende manieren. De beweging kan vanuit de hand vertrekken en het gehele lichaam kan daarin meebewegen.
De handen blijven vast en de leerlingen bewegen om elkaar heen. Stimuleer de leerlingen om hoog en laag af te wisselen.
De nummers 1 en 2 lopen in 8 tellen weer terug naar hun beginplek.
Herhaal de opdracht en nummer 2 heeft de leiding bij de begroeting.
De bedoeling is dat de leerlingen fysiek contact hebben (handen vast) en samen bewegen. Dit gaat niet in spiegelbeeld, de bewegingen van nummer 1 en 2 zijn verschillend.
Muziektip: